De
affaire rond de verdachte Thijs H. maakt weer eens duidelijk, hoeveel
misverstanden er wel niet zijn bij de reguliere bevolking (en de gemiddelde
journalist) als het thema geestelijke gezondheid is. Wie de afgelopen week de
media gevolgd heeft bevestigt het beeld dat men zich geen raad weet met het
onderwerp en dan maar met platitudes
gaat smijten, die de discussie over de feitelijke problemen er niet makkelijker
en zeker niet prettiger op maakt.
Laat ik
voorop stellen dat ik er van overtuigd ben, dat Thijs H. mocht hij inderdaad
een drievoudig moordenaar blijken te zijn en zijn daden inderdaad in een
psychose gepleegd heeft, echt wel een ‘gevaarlijke gek’ genoemd mag worden. Maar
we moeten ons natuurlijk wel goed realiseren dat Thijs H. in geen enkel opzicht
representatief is. En daar schieten de meeste mensen en dus ook de meeste
kranten stevig uit de bocht.
Dat Thijs
H. een ‘gevaarlijke gek’ zou zijn zegt nog niets over de andere ‘gekken’ die
dit land rijk is. Het zegt zelfs helemaal niets over de staat van de GGZ in
Nederland, een andere veelgehoorde verzuchting. Dat er in de afgelopen jaren
teveel op de GGZ bezuinigd is, is zeker wáár. Maar het is ook een héél ander
verhaal en in verband met Thijs H. volledig irrelevant. Ook een beter
gefinancierde GGZ had niet kunnen voorkomen dat een individu aan het moorden
slaat.
De enige
GGZ die dat echt had kunnen verhinderen, is een extreem repressieve GGZ die
iedereen waaraan ook maar een smetje geestelijke instabiliteit te diagnosticeren
valt, meteen opsluit in een streng bewaakte psychiatrische instelling. Dat
moeten we echt niet willen. Als er één goed element aan jaren bezuinigingen op
de GGZ te noemen valt, dan is het juist de mentaliteitsverandering die ervoor
gezorgd heeft, dat cliënten nu gemotiveerd worden om gewoon in de woonwijken te
leven, een zo gewoon mogelijk leven te leiden en niet langer uit het zicht van
de “normale” burger weggestopt te worden…
Natuurlijk
toont de hele discussie over ‘verwarde personen’ die in deze context ook weer –
ten onrechte – wordt opgerakeld aan, dat er iets mis in de omgang met
psychiatrische patiënten. Wat er mis is, is volgens mij iets anders dan
algemeen wordt verkondigd. Al te vaak wordt er over ‘verwarde personen’ bericht
op een manier die de suggestie wekt alsof alle psychiatrische patiënten een
(potentieel) gevaar voor de maatschappij vormen. Niet ieder incident met een
‘verward persoon’ is meteen gevaarlijk te noemen, maar er dreigt wel steeds
meer een sfeer te ontstaan waarin dergelijke incidenten als een “selffulfilling
prophecy” gigantisch uit de hand kunnen lopen.
Maar nu
even terug naar de affaire omtrent Thijs H. In tegenstelling tot de meeste
psychiatrische patiënten is deze man naar alle waarschijnlijkheid dus wel als
zeer gevaarlijk in te schatten. Dat mag ook best vermeld worden, maar wel
alleen dan als duidelijk gemaakt wordt dat hij daarin wel degelijk een
uitzondering vormt. Geestelijke gezondheid is een moeilijk onderwerp, waarover
talloze misverstanden bestaan. Niemand is erbij gebaat als die misverstanden
met ieder nieuw krantenbericht nog groter gemaakt worden.
En dan
nog iets: omdat geestelijke gezondheid zo’n beladen onderwerp is en de media de
neiging hebben om toch vaak iets te ongenuanceerd met de materie in kwestie om
te gaan, moeten professionals zich niet laten gebruiken voor dit soort artikelen.
Te vaak worden professional geciteerd in een context waarvan je je ernstig af
kunt vragen of het wel zo bedoeld is. Dat werd in de berichtgeving omtrent
Thijs H. ook weer eens pijnlijk duidelijk. Professionals kunnen nog zo
genuanceerde uitspraken doen, maar als ze dan (vaak onvolledig) geciteerd
worden in een duidelijk minder genuanceerd verhaal, kan de indruk ontstaan dat
de professional in kwestie ook achter de minder genuanceerde beweringen van de
journalist staat. Het beste zou waarschijnlijk zijn als de desbetreffende
professionals gewoon hun mond zouden houden, iets wat medisch-ethisch meestal
ook wel de verstandigste oplossing lijkt.
De
affaire rond Thijs H. maakt vooral pijnlijk duidelijk waar de zogeheten
“ambulantisering” fout is gegaan. Jarenlange, maar consequent stigmatiserende
berichtgeving over psychiatrische patiënten is zelden echt van een overtuigend
repliek gediend. Met als logisch gevolg, dat zich misverstand op misverstand
stapelt en het beeld dat men van psychiatrische patiënten heeft, allerminst
helder te noemen valt. Maar dat mogen we niet enkel de journalistiek
aanrekenen.
De GGZ
zelf is in hoge mate verantwoordelijk voor de huidige situatie. Men heeft – in
het kader van de “ambulantisering” - de deuren van de kliniek geopend en de
cliënten naar buiten gestuurd. Men is echter vergeten om de “normale” burger
goed voor te bereiden op de komst van mensen met een andere zorgbehoefte. En
helaas is de integratie van psychiatrische patiënten mislukt, vooral omdat niet
genoeg in voorlichting van de “normale” burger gestoken is.
Leendert
A. Hartog is doctorandus in de Germanistiek en al 32 jaar psychiatrisch patiënt
(maar niet noodzakelijkerwijs in die volgorde).